Perspectief, nr 1, maart 2018

PERSPECTIEF MAGAZINE VERENIGING AANDEELHOUDERS STADION FEIJENOORD N.V. 131 COLUMN RENÉ DE MONCHY Gaat u wel eens naar een toneelstuk, musical, film of (pop)concert? Dan bezoekt u vrijwel zeker een theater, een (film)zaal of een evenementenhal. Uit onderzoek blijkt dat de meeste bezoekers zich van te voren voorbereiden. Ze weten ongeveer wat hen te wachten staat. Het verloop en de afloop van de voorstelling is vrijwel altijd vooraf bekend, waardoor ook de lengte van het bezoek van te voren vaststaat. Stel dat ik uw toneelstuk, musical, rolprent of concert vervang voor een voetbalwedstrijd. Dan noemen we de pauze 'de rust' en dan is de theaterzaal verworden tot voetbalstadion. De acteurs zijn de trainers, de scheidsrechters en natuurlijk de ruim 22 spelers (waarvan er een of enkele een hoofdrol vervullen). Met dien verstande dat het verloop van de ruim 90 minuten vooraf waarschijnlijk is (maar nooit helemáál zeker). Daarmee passen voetbalwedstrijden naadloos tussen de toneelstukken, musicals, film- en muziekuitvoering die de entertainmentsector biedt. Het is dus ook logisch om het nieuwe stadion eens te bekijken door de bril van juist díe sector. Als financieel-economisch journalist volg ik soms bedrijven die in de entertainmentsector actief zijn. Belangrijke factor voor de inkomsten van deze ondernemingen, is de bezettingsgraad van de beschikbare theaterstoelen. Om in de huidige tijd rendabel te kunnen draaien, moeten namelijk zo veel mogelijk stoelen te gelde worden gemaakt. Vanuit dit bedrijfseconomische perspectief bezien, is het klip & klaar dat een entertainmentgebouw (zoals een gloednieuw voetbalstadion) méér dan twee maal per maand een voorstelling moet aanbieden. Wie de programmering van de Doelen, de Rotterdamse filmzalen of de Luxor-theaters kent, ziet dat de grote zaal van deze 'culturele stadions' zelfs bijna élke avond een voorstelling in huis hebben. Soms meerdere shows per dag. De bezettingsgraad van hun belangrijkste zaal staat dan ook in schril contrast met ons huidige voetbaltheater, waarvan de meeste lezers mede-eigenaar zijn. Met 17 competitieduels, een handvol bekerwedstrijd en oefenwedstrijden en een enkele interland, komt onze Kuip al jaren niet meer boven de 30 voorstellingen per jaar. Als financieel analist zou ik bij een dergelijke exploitatie vraagtekens zetten. Zoals gezegd: alleen het aantal voetbalshows in het stadion zorgt waarschijnlijk voor een te laag aantal betalende bezoekers. Om de bezettingsgraad op te schroeven, moet het nieuwe stadion dus veel méér voorstellingen in huis halen, dan het aantal voetbalvoorstellingen van hoofdhuurder Feyenoord en de KNVB. De grote vraag die u en de overige aandeelhouders zich daarommoeten stellen is de volgende: Wordt het nieuwe stadion een entertainment-theater (met dagelijks een goedgevulde voorstelling waarvan eens in de twee weken een voetbalduel)? Of wordt het een voetbalstadion waarin jaarlijks 30 keer gevoetbald wordt (naast een handvol andere voorstellingen)? Als aandeelhouder zie ik daarom graag welk soort voorstellingen --en de bijbehorende bezettingsgraad-- verwacht worden, waarop de geldschieters het businessmodel voor ons nieuwe voetbaltheater baseren. COLUMN RENÉ DE MONCHY

RkJQdWJsaXNoZXIy ODM1NjU=