Perspectief, nr 3, september 2018
PERSPECTIEF MAGAZINE VERENIGING AANDEELHOUDERS STADION FEIJENOORD N.V. 93 OVER ERNST HAPPEL ROB BAAN Over de eerste confrontatie met ADO-trainer Ernst Happel en diens rechterhand Rinus Loof vertelt Rob Baan in zijn biografie: ,,Hartmann klopte op de deur van de trainerskamer en na een ‘Was ischt…?’ gingen we naar binnen en werd ik voorgesteld aan beide trainers. Happel keek even op van zijn bureau waar hij aan het schrijven was, gaf een minzaam knikje en ging door met zijn werk. Loof verwelkomde mij allerhartelijkst en stelde me op mijn gemak, want ik was knap zenuwachtig. Ik nam plaats aan een tafel waar aan beide uiteinden Happel en Loof zaten en ik een stoel in het midden mocht aanschuiven. Het heeft zeker een vol jaar geduurd voordat Happel een fatsoenlijk woord wisselde met mij. Loof was totaal het tegenovergestelde. Hij was vriendelijk en begrijpend en zorgde ervoor dat ik me snel thuis voelde bij ADO. Waarbij ik niet uitsluit dat de tompouces die mijn vrouw Jeanne me elke week meegaf voor bij de koffie daar een rol bij hebben gespeeld…” Over Willem van Hanegem zijn meerdere boeken verschenen en ook De Kromme is altijd vol lof over zijn oude leermeester. ,,Zijn manier van doen sprak mij wel aan ja. Hij zei soms dagenlang niks tegen mij. Pas als ik iets niet goed had gedaan kwam hij soms naar me toe. Dan wist je al hoe laat het was. Als hij helemaal niets meer tegen je zei, dan wist je ook waar je aan toe was. Ik ben hem in zijn laatste levensjaar nog op wezen zoeken met Wim Janssen. Ja dat was een enorm emotioneel weerzien. Ik krijg aar nog een brok van in de keel als ik daar aan terugdenk.” LEX SCHOENMAKER Lex Schoenmaker is eveneens een groot fan van de trainer/coach. ,,Ernst Happel was een geweldige man. Kon ons spelers echt raken en op scherp zetten zonder veel te hoeven praten. Soms kwam In de afgelopen jaren verschenen meerdere boeken van oud-voetballers. Degenen die met Ernst Happel hadden gewerkt, hebben in hun biografie altijd wel een stuk opgenomen over de legendarische trainer/coach. Zo ook Rob Baan in zijn: ‘Niet slecht voor een CIOS-pikkie”. Dit boek van de ex-Feyenoord- directeur verscheen in 2017. hij naar me toe en dan zei hij alleen maar dat ik zondags moest scoren omdat het een belangrijke wedstrijd betrof. Happel kwam ook van ADO en ja, dan heb je al snel een band met elkaar. Voor mij is Happel de best coach die we ooit hebben gehad. Dat hij later met Oranje tweede werd in Argentinië is veelzeggend. En dat zonder Cruijff en Van Hanegem, de sterspelers van ons land. Hij was wars van sterallures en kende totaal geen enkele kapsones. Het was een eenvoudige man die al snel tevreden was met zijn leven hier in ons land.” JAN BOSKAMP Ook Jan Boskamp is nog altijd lyrisch over Ernst Happel. ,,Die man heeft zoveel betekend voor ons als spelers maar zeker ook voor de club Feyenoord. Dat is met geen pen te beschrijven. Het feit dat er nu, 26 jaar na zijn overlijden, wederom een boek over zijn leven uitkomt, zegt genoeg. Feyenoord en Happel zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Ja, ik heb hem natuurlijk ook bij Oranje meegemaakt maar in zijn Feyenoord-tijd won hij en de Europa Cup en de Wereldbeker. Dat is toch werelds. Ik heb veel van deze man geleerd die in de groep soms het conflict bewust opzocht om de boel op scherp te zetten. Ja, die methode heb ik als trainer ook regelmatig gebruikt en ik denk meerdere trainers die als speler onder Happel hebben gediend. Hij maakte wel een duidelijk onderscheid tussen de belangrijke, de bepalende spelers en de dienende spelers. Kijk, ik wist van mezelf dat ik een dienende speler was, maar er waren jongens die dat van zichzelf niet door hadden, gek genoeg. Dan zette hij hen soms weer even op de plaats. Hij hield ook niet van pamperen. Dat deed ik ook niet bij mijn spelers, dus daar zitten ook overeenkomsten. Je moet gewoon altijd eerlijk en rechtdoorzee zijn en veel respect tonen voor de dienende spelers want die heb je in het veld keihard nodig. Ernst Happel had ook een enorm gevoel voor humor. Soms lagen we minutenlang dubbel van de lach. Later maakte ik hemmee bij Club Brugge en daar was hij wat strenger. Anderen vonden hem soms nors. Dat begreep ik niet zo, het was gewoon een wereldvent waar ik enorm veel van heb geleerd. Hij paste zijn ploeg ook niet aan de tegenstander aan. Hij deed wat hij dacht dat goed was voor de ploeg. Zette soms ook gewoon Coentje op de bank. Coentje Moulijn, onze grote vedette. Ruud Geels speelde met ons in Berlijn en het veld was een modderpoel. Ruudje kwam schoon van het veld en ja, daar hield Happel niet van. Je moest altijd keihard werken. Niet lullen maar poetsen. Geels heeft daarna niet veel meer gespeeld haha. Maar werd wel vijf keer topscorer bij Ajax, Club Brugge en Anderlecht.
Made with FlippingBook
RkJQdWJsaXNoZXIy ODM1NjU=