Perspectief, VASF, juli 2019

PERSPECTIEF MAGAZINE VERENIGING AANDEELHOUDERS STADION FEIJENOORD N.V. VAN DE BESTUURSTAFEL TOELICHTING FISCALE GEVOLGEN OMZETTING V-AANDELEN IN SCHULD BIJ AANDEELHOUDERS Voor de fiscale gevolgen ten aanzien van de inkoop/omzetting van de aandelen V moet een onderscheid worden gemaakt tussen particuliere aandeelhouders en bedrijven. Voor particuliere aandeelhouders verwijzen wij naar onderdeel 1; voor de bedrijven die V-aandelen houden verwijzen wij naar onderdeel 2. 1. Fiscale gevolgen particulieren (niet ondernemers) Voor particulieren (niet ondernemers) vormen de aandelen V een bezitting in box 3. Deze bezitting dient jaarlijks tegen de waarde in het economisch verkeer opgenomen te worden in de aangifte inkomstenbelasting. De peildatum voor ieder aangiftejaar is 1 januari van het betreffende jaar. De particulieren worden belast in box 3 op basis van een forfaitair rendement over deze grondslag. Op het moment dat een aandeel V wordt ingekocht en omgezet in een schuld, zal het betreffende aandeel in box 3 per de eerstvolgende peildatumworden vervangen door de (waarde van de) schuld. De inkoop/omzetting leidt op zichzelf niet tot heffing van inkomstenbelasting. Dit standpunt is afgestemd met de Belastingdienst. 2. Fiscale gevolgen bedrijven (belastingplichtige rechtspersonen en ondernemers in de inkomstenbelasting) Voor bedrijven (belastingplichtige rechtspersonen en IB-ondernemers) kan de inkoop/omzetting van de aandelen in een schuld leiden tot heffing over het verschil tussen de actuele prijs/waarde van de verkregen schuld en de boekwaarde van het betreffende aandeel V (doorgaans: de historische kostprijs of de lagere marktwaarde). Of er dan daadwerkelijk sprake is van heffing is afhankelijk van de totale belastingpositie van de onderneming (o.a. beschikbare aftrekposten en verliezen). Met de Belastingdienst is geen overeenstemming bereikt dat de fiscale boekwinst niet in aanmerking hoeft te worden genomen met een beroep op de zogenoemde ‘ruilarresten’. Op basis van de ruilarresten kan belastingheffing achterwege blijven indien het vervangende activum van gelijke aard is en economisch gezien dezelfde plaats in het bedrijfsvermogen inneemt als het vervreemde activum. Fiscale winstneming bij inkoop/omzetting kan dan achterwege blijven; de verkregen schuld wordt dan voor dezelfde (fiscale) boekwaarde opgenomen als het aandeel was opgenomen voor de inkoop/ omzetting. De Belastingdienst heeft aangegeven van mening te zijn dat de schuld niet van gelijke aard is en economisch gezien niet dezelfde plaats inneemt in het bedrijfsvermogen van de participant als een aandeel in het eigen vermogen. Over dit standpunt van de Belastingdienst kan gediscussieerd worden. Om die reden is met de Belastingdienst afgesproken dat het individuele aandeelhouders (bedrijven) vrij staat om een eigen fiscaal onderbouwd standpunt in te nemen in hun aangiften, waaronder het bepleiten van de toepassing van de ruilarresten. In dat kader staat het aandeelhouders uiteraard ook vrij om een andersluidend standpunt dan dat van de Belastingdienst in rechte te verdedigen (door middel van bezwaar en beroep). 1. Eerste verdedigingslijn bij een aandeel V in een persoonlijke BV: toepassing ruilarresten Het staat aandeelhouders met een V-aandeel in een (persoonlijke) BV vrij om in hun aangifte vennootschapsbelasting de stelling in te nemen dat überhaupt geen sprake is van fiscale boekwinst door toepassing van de ruilarresten. In simpele bewoording betekent toepassing van de ruilarresten: je had een zitplaatsrecht en je hebt een zitplaatsrecht dus er is niets wezenlijks veranderd en er is geen fiscale boekwinst waarover afgerekend moet worden. Dat het zitplaatsrecht oorspronkelijk gekoppeld was aan een aandeel 13

RkJQdWJsaXNoZXIy ODM1NjU=