PERSPECTIEF MAGAZINE VERENIGING AANDEELHOUDERS STADION FEIJENOORD N.V. 41 MANNEN VAN ROTTERDAM-ZUID Mannen van Rotterdam-Zuid. Aad van der Laan en Leo Beenhakker groeiden er op, zijn gepokt en gemazeld als het gaat om het spreken en herkennen van de (voetbal)taal ) die er rondwaart. De hoogste tijd om de heren aan het woord te laten als het gaat om de sportclub Feyenoord, de BVO Feyenoord en De Kuip. TEKST GERARD VONK FOTO' S JOHN DE PATER BOKSEN Vooraf had Beenhakker (79) gewaarschuwd dat er wellicht gaten in het geheugen zouden zijn. ,,Vraag me niet wat de uitslag van Feyenoord tegen Elinkwijk in 1956 was… ‘’ Twee uur later zijn er weinig gaten opgetekend. Sterker nog, als de oud-adviseur, oud- -technisch directeur, oud-bondcoach en oud- trainer eenmaal in de rood-witte kuipstoel in De Brasserie zit, drijven al snel het charisma, de passie en de uitgesproken mening boven. Van ‘terug in de tijd tot aan het ‘Slot’-voetbal van nu’. Maar het woord is eerst aan Aad van der Laan (86), de oud-voorzitter van de sportclub Feyenoord en een goede vriend van Beenhakker. Zijn herinnering gaat het verst terug in de tijd. Het voetballen op straat met een bal die geen echte bal was maar een prop papier die met elastieken eromheen tot een bal was gevormd. ,,Daar speelden we mee,’’ weet Van der Laan nog als de dag van gisteren. ,,Ik keepte en bokste tegelijkertijd. In de middag voetballen, als een speer naar huis toe om een andere tas te pakken en dan op de fiets naar de stad om bij de sportschool van Theo Huizenaar te gaan boksen en sparren.’’ Volgens Beenhakker haalde Aad de sporten in de uitvoering nogal eens door elkaar. ,,In het veld gaf hij er geregeld eentje een beuk. Want let wel, er kwamwel wat uit de goal zetten!’’ De mannen kennen elkaar uit die tijd dat zij bij ZwartWit’28 speelden. Aad de doelman, Leo de veldspeler. Het was de tijd dat de amateurclubs CVV, Technische Dienst Rotterdam (Tediro), Overmaas, Progress, Coal, De Musschen en natuurlijk Zwart Wit ’28 nog glorieerden. ,,Ja , allemaal mooie clubs waar we mee opgroeiden,’’ vinden de mannen. ,,Er is helaas weinig of niks meer van over. Bijna allemaal ter ziele, zonde hoor.’’ LAMPROU Aad was met zijn 1.78 meter niet uitzonderlijk lang maar was sterk en was snel in zijn reacties. Vandaag de dag is lengte een ‘dingetje’ bij doelmannen waarbij Kostas Lamprou (ook 1.78 meter, red.) geregeld het ongewilde personage is van discussies hierover. Beenhakker zag hem bij de Feyenoord-jeugd komen. ,, Hij kon fantastisch keepen. Wat hij op de lijn wist tegen te houden was geweldig. Maar doordat hij bleef stilstaan in zijn groei verloor hij het uiteindelijk in lengte. Daardoor is hij, met alle respect, een grotere carrière misgelopen. Je kunt nu eenmaal niet tegen de tegenstander zeggen dat zij alleen over de grond moeten spelen. Want daar luisteren ze natuurlijk niet naar.’’ Van der Laan nuanceert het onderwerp ‘lengte’ door te stellen dat alle keepers, groot of te klein, fouten maken. ,,Ja, met lengte komt er wel wat uit de goal,’’ weet hij. ,,Maar zij gaan minder snel naar de grond en zijn minder snel met de voet. Ze hebben wel reikwijdte maar hebben meer tijd nodig om er te komen.’’ Beenhakker gooit de wijsheid ‘elk nadeel heeft zijn voordeel’ er nog maar eens tegenaan. EERSTE STAPPEN Zoals velen… Beenhakker liep aan de hand van zijn vader de eerste stappen naar De Kuip. ,,Als 8-jarige jongen. Huppelend dat hele tering-eind van de Pleinweg, via de Strevelsweg naar het Stadion. Maar met het zicht op de luchtbrug werd ik helemaal hyper en dan moest ik vervolgens nog een half uur in de rij staan voor een kaartje. Ik ben
RkJQdWJsaXNoZXIy ODM1NjU=