Perspectief, VASF, maart 2022

PERSPECTIEF MAGAZINE VERENIGING AANDEELHOUDERS STADION FEIJENOORD N.V. 59 SCHEIDSRECHTER AAN HET WOORD Wat ben je na die bewuste laatste wedstrijd gaan doen? Assisteren, waarnemen, jonge arbiters coachen of afbouwen bij de amateurs? Ik heb nog zes jaar gevlagd; in die tijd kon je dat doen, maar de meeste scheidsrechters bedankten daarvoor. Ik niet; ik heb nog zes heel leuke jaren gevlagd. Vlaggen wordt zwaar onderschat en ik vond het leuk dat vak ook te leren beheersen. Op mijn 47e ben ik gestopt en ben ik coach van scheidsrechters Betaald Voetbal geworden, tot op de dag van vandaag doe ik dat met groot plezier. Samen met een scheidsrechter werken om zo goed mogelijk te worden in een heel lastig beroep is erg inspirerend en dankbaar, vooral als het lukt de doelstellingen te halen, natuurlijk. Langzamerhand heb ik een groot percentage van de huidige scheidsrechters Betaald Voetbal gecoacht en ik hoop dat in de toekomst nog te blijven doen. Fluiten bij de amateurs heb ik nog een jaar gedaan, maar dat kon ik niet meer opbrengen; spelers die geen bal goed kunnen raken, maar wel de scheidsrechter bekritiseren, trok ik niet meer. Nederland telt een groot aantal vrij jonge scheidsrechters. In vergelijking met bijvoorbeeld Duitsland en Engeland lijken en zijn ze wel erg jong. Is dat een voordeel? In mijn tijd moest je acht maal promoveren om op de C-lijst te komen van het Betaalde Voetbal. Het voetbal is enorm geëvolueerd; het spel is veel intenser geworden en verdient scheidsrechters die minstens zo goed in conditie zijn als de spelers; jonge scheidsrechters zijn doorgaans erg fit. Daar komt bij dat het een ervaringsvak is, waar overwicht (geen overgewicht) op de spelers hebben minstens zo belangrijk is dan een goede conditie. Waar vermoeide spelers alleen maar lopen te brabbelen, moet een scheidsrechter een helder hoofd hebben en houden tot en met de laatste seconde. Dat is echt een uitdaging. Ik kom veel in aanraking met buitenlandse scheidsrechters en overall durf ik te stellen dat de arbitrage in Nederland van een hoog niveau is. Jij hebt veel topspelers zien komen en gaan. Welke Feyenoorders waren jouw favoriet en waarom? Van de gouden tijd was/ben ik helemaal gek van Ove Kindvall enWillem van Hanegem. Nog steeds als ik ze tegenkom ben ik helemaal onder de indruk. Later was ik groot fan van Peter Houtman, die ik bij iedere wedstrijd waar ik als Liaison Officer van de UEFA of als Coach van de scheidsrechter in De Kuip ben, tegenkom als speaker en waar we altijd even een praatje met elkaar maken. De mooiste goal ooit, die ik met eigen ogen heb gezien, was zijn omhaal in stadion de Meer tegen Ajax in het seizoen 83/84. Ik stond in een volledig Ajax-vak achter het doel waar die bal als een raket insloeg en ging samen met een vriend van blijdschap helemaal uit mijn bol. Het feit dat ik 2.00 meter groot ben en in die tijd redelijk breed was, heeft me ongetwijfeld geholpen niet gemolesteerd te worden. Ik houd van spelers met een goede mentaliteit; die niet zeuren, maar gewoon alles geven voor de club. Die trouw zijn aan de club en zijn supporters. In het huidige team ben ik fan geworden van Trauner, die ik Rinus noem. Heerlijke voetballer. Er was jarenlang een ongeschreven ‘regel’ binnen de KNVB. Indien je in de Johan Cruijff Arena en het Philips Stadion hebt gefloten, en je bent er klaar voor, dan mag je als laatste ook

RkJQdWJsaXNoZXIy ODM1NjU=